Henk
de Leest
Ik ben in de Scheeperstraat vanaf ‘55 komen wonen door mijn
geboorte. Een hoop mensen betreuren het, maar ik vaar er wel bij.
Ik ben hier ook tot ‘72 blijven wonen,
toen zijn we met z’n allen verhuisd. Ook ik heb hier de kleuterschool
meegemaakt, alleen ik zat niet op de meisjesschool, maar op de
jongensschool in de Kritzingerstraat. Later is dat de Mavo geworden
in de Kritzingerstraat. Ik heb hier altijd met veel plezier gewoond,
altijd op straat kunnen spelen omdat er in de hele straat misschien
1, 2 of 3 auto’s geparkeerd stonden en de rest had allemaal
een fiets, die geparkeerd stond in de fietsenstalling van de familie
Oudshoorn hiernaast. Ik heb hier altijd met veel plezier gewoond
tot ongeveer mijn 17e jaar.
In
de hele Scheeperstraat had je wel verschillende woningen, maar
ze hadden allemaal hetzelfde
slot. Je had allemaal een loper
en of je nou een loper had die 20 centimeter lang was of 15 centimeter,
ze pasten allemaal op hetzelfde slot. Of je nou bij de buurvrouw
naar binnen kon, dat maakte allemaal niet uit. Negen van de tien
keer stond de deur of open of er hing een touwtje uit de deur.
Je trok de deur open en dan zei je: ‘Hallo ik ben Henk’ en
dan kon je doorlopen. Dat was gewoon in die tijd. Altijd stond
er ergens wel een raam open of er zat iemand buiten lekker op een
stoeltje. Al woonden ze twee hoog, ze gingen gewoon voor aan de
straat zitten op een stoeltje. Dat was gewoon. Het leven was op
straat. Omdat de huizen relatief klein waren, had je dus automatisch
dat je de ruimte zocht of de buitenlucht op straat.
|