Henk
Oudshoorn
O: Ik ben geboren 22 -7 -1931 en mijn beroep is rijwielhersteller
en winkelier.
S: Je hebt nu een zaak hier in de Scheepersstraat?
O: 186 en die ga ik 1 augustus 2003 beëindigen.
S: Wat heb je voornamelijk verkocht in de zaak?
O: Rijwielen, gashaarden, ijzerwaren, gereedschappen, elektro,
dat was vroeger zo. Vroeger had je zaken daar verkochten ze alles.
S: En wat heb je nu nog voornamelijk hier staan?
O: Nu, op het ogenblik zijn het alleen maar rijwielen. Dat is van
de laatste 15 jaar. Daarvoor had ik ook nog bromfietsen en gashaarden.
IJzerwaren en elektro was er allemaal uit.
S: Hoe lang heb je hier gezeten in Transvaal?
O: Nou, ik ben hier achter geboren. Dus 72 jaar. Ik heb alles gezien.
Het goeie en het slechte. Laat ik het zo stellen.
S: Je familie heeft ook al een bedrijfje hier gehad?
O: Mijn vader is hier begonnen. Mijn vaders vader, dus mijn opa,
die draaide zo goed dat mijn vader zei: Dat doe ik ook, ik ga ook
wagenmaker worden. Is die op de TerHeijdestraat begonnen en toen
is die naar de Cillierstraat 29 gegaan.
S: Dat is aan de overkant?
O: Dat is aan de overkant en toen kwam deze winkel vrij en was
er een vertegenwoordiger die zei tegen mijn vader: Daar komt een
winkeltje leeg, daar moet je ijzerwaren gaan verkopen, want dat
heb je veel nodig voor die wagens en dan heb je gelijk de inkoop.
Toen moest mijn moeder hier in de winkel staan en hierachter woonden
we. Dat was een keuken dit. Dat andere kamertje is mijn slaapkamer
geweest daar, met mijn broertje. Toen kwamen er na 5 of 7 jaar
een paar bij, want ik ben de oudste van de negen. In de oorlog
natuurlijk; mijn vader had tijd zat… Toen hebben we dat bovenhuis
erbij gekregen en dat is allemaal slaapgedeelte geworden en dat
was de huiskamer daar, die andere winkel. Zo is dat gegroeid. En
later ben ik zelf boven gaan wonen. Hier heb ik het winkeltje gemaakt.
S: Kun je een beetje beschrijven hoe dat toen uitzag als je hier
door de straat liep?
O: Ja. Hier aan de overkant had je allemaal werkplaatsen. Die kant
niet, daar had je allemaal huizen. Nou die kant heb je nog werkplaatsen,
aan de overkant, zie je? En in die andere straat had je ook allemaal
werkplaatsen. Je had er een zakkenhandel zitten van de Vries, een
oliestoker. Daar op die andere hoek had je een waterstoker, en
op die hoek had je ook een waterstoker zitten.
S: Wat is dat een waterstoker?
O: Ja vroeger als je in bad ging, moest je warm water halen. Als
mijn moeder ging wassen, er was geen wasmachine, ging je een tonnetje
heet water halen.
S: Daarvoor moest je betalen?
O: Ik dacht een stuiver, dat weet ik niet meer hoor. Dat is heel
lang geleden. Hier op de hoek had je van Wisse zitten, dat was
slagersmateriaal enzovoort en op die andere hoek, daarginder op
de hoek van de Steynlaan met de Cillierstraat daar had je twee
kruidenierszaakjes. Die winkeltjes zijn er nog. Nee, die andere
kant is nieuw, maar daar was ook een winkel en die kant is nog
oud. Nou gaat dit ook weg, dus dan is haast de hele Scheepersstraat
vernieuwd. Hier komen geloof ik aanleunwoningen en een school.
S: Je hebt nu een nieuwe woning gekregen van de gemeente?
O: Ja
S: Kan je daar iets over vertellen? Hoe ging dat? De gemeente zei
op een bepaald moment: Je moet er uit, we willen je huis slopen?
O: We moesten er uit. Ik heb gevochten voor een woning waar ik
wou gaan wonen. Klaar. Het is heel moeilijk gegaan, maar ik heb
het voor mekaar.
S: Wat was er moeilijk aan?
O: Ik had me ingeschreven voor een huis waar ik graag wilde wonen.
Ze wisten het, maar ze zeiden: ja maar er zijn negen voor u. Negen
wachtenden voor mij; ik wacht dan wel, nietwaar. Kijk, ik mag uitmaken
waar ik woon. Toen zeiden ze dat. Maar nu was het ineens ja maar
dit en dat. Daarvoor hadden ze gezegd: nee, geen probleem. Waar
wilt u wonen? Daar? O geen probleem. Prima voor mekaar. Nou het
was niet prima voor mekaar want ik ben de laatste die weggaat.
|